donderdag 16 mei 2013

Roodkapjes keuze


Tja, ik moet toegeven, het was een gezellige brocante. Nog vroeg in de ochtend waren de meeste kraamhouders nog aan het uitladen. Ik lag met mijn hoofd op het kraampje van Eveline. Tussen oude kranten en kopjes en ik was moeilijk te zien. Het viel me op dat ondanks het mankement aan mijn lijf de mensen  op me afkwamen. "Ach moet je zien, dat mandje en die klompjes.....en dat schattige jurkje!! Mijn lijf lag een stuk verderop, tussen allerlei zachte linnen slopen. "Jammer, het is nog wel gesigneerd en genummerd, maar zonder hoofd......Ik had wel uit willen schreeuwen:"Ik ben hier, ik ben het waard om bekeken te worden, om gelijmd te worden, om gerestaureerd te worden. Ik kom namelijk uit 1890" ,maar niemand hoorde me. Wat wil je ook, een hoofd zonder neus, mijn lijf ver weg, dan voel je je pas echt alleen.

Opeens werd mijn hoofd beetgepakt. Door de slager, de buurman van Eveline. (Die is wel gewend om met onthoofde figuren om te gaan). Hij bekeek me en zei: "Dommage, ze is niet compleet. Ik zou haar wel in mijn etalage willen zetten." Eveline, kwam er bij. "Heeft u interesse voor dit beeld, wacht even, dan zoek ik haar lijf er bij. Pfaahhhh, zei de slager, veel te veel werk." "Ach zei Eveline, ik vind wel iemand die schoonheid herkent." De slager lachte maar wat en haalde zijn schouders op."Misschien kan ik u straks een bijzondere lunch serveren?" Eveline bedankte en zei dat ze in haar eigen lunch zou voorzien en zette mijn lijf en hoofd bij elkaar. Dat gaf hoop. 

Vele mensen passeerden. Ze keken wel naar me maar haalden dan meteen hun schouders op. Ik dacht aan mijn luisterrijke geschiedenis. Ik was echt wel wat waard! Verderop lagen een metalen vos en een hertje van zacht fluweel, een kip op een schaal met stukken er af, drie piepkleine Maria-beeldjes, een stapel oude kranten uit 1920 een kartonnen huisje, een ouderwets verroest fototoestel en veel plastic speelgoed. En alles was vies, vochtig, doorleefd.
Ik keek eens om me heen. Er speelde een dame op een harmonica. Vrolijke muzettemuziek. De mensen zongen mee. Mooi! Ik wiegde in gedachten langzaam op de maat. Het maakte me blij. Het deed denken aan vroeger tijden, toen ik nog heel was, mooi van kleur en gaaf.



Opeens werd ik weer opgepakt. "Ah bon, Roodkapje." zei een man met een gierende uithaal. Hij had een claque op zijn hoofd. "Ik heb lang niets van je gehoord of gezien. Wat zielig dat je gebroken bent, ik zou je wel een nieuw leven willen geven. Wie heeft jou zou lelijk behandeld? Je weet dat ik je gelukkig kan maken." Hij gaf me zelfs een kus op mijn kapje. Ik kreeg hoop. Hij bleef maar naar me kijken en probeerde mijn hoofd op het breekpunt van mijn lijf te zetten. Hij mompelde:" Beetje lijm, kwastje, verfje........." Er was iets in zijn ogen en iets vreemds in zijn stem. Ik slikte en sidderde. Ik herkende vanuit een lang verleden. Ik keek hem niet meer aan. Hij bleef me vasthouden tot de verkoopster zei. "Nou, neemt u haar of niet?" Hij bood twee euro!" "Schande"  zei de verkoopster, twee euro voor dit prachtige oude beeldje? Dat doe ik niet." De man keek haar doordringend aan vanonder zijn zwarte hoofddeksel. Ze is zwaar beschadigd, helemaal los van haar lijf, geen neus en toch wil ik haar. Dat moet u toch verbazen! Ik bied het dubbele." Hij stak zijn hand uit en reikte het geld aan. Toen zag ik de lange bruine haren op zijn arm. 

"Nee, zei Eveline, ik verkoop haar niet aan jou, ze blijft voorlopig hier!" Verontwaardigd begon de claque te roepen: "Hoor eens mensen, ik wil Roodkapje kopen, maar nu wil ze haar zelf houden!" De hele kraam stroomde vol mensen. Ik dacht nog even aan een verkooptruc, maar Eveline legde uit dat ik een kostbaar onderdeel van haar verzameling was en dat ze me niet voor een appel en een ei kwijt wilde. "Dan bied ik tien!" sprak de claque. Ik huiverde. Er gingen nog meer mensen bieden. Eveline streelde mijn haar alsof ik haar dochtertje was en zei:"Ze blijft bij mij tot ik iemand heb gevonden die ik het gun. Daarop begon de claque een betoog. Hij werd steeds feller en feller totdat de slager ingreep. Hij kwam achter zijn kraam vandaan en begon uitgebreid een groot mes te slijpen. Dat hielp. De claque schrok, keek me nog even nadrukkelijk aan en zei met een gemeen sinister lachje: " Doe de groeten aan je grootmoeder Roodkapje." Toen hij wegliep zag ik nog net een stukje staart onder zijn lange jas vandaan komen. Volgens mij zag de slager het ook want hij trok zijn wenkbrauwen zo hoog op dat de mensen terugdeinsden. "Zo die engerd is weg, zei Eveline. Hij leek nog wel op mijn grote held Bourville, maar ik vertrouw hem voor geen cent." De slager volgde de claque nog een tijdje net zo lang tot hij hem op de parkeerplaats in een oud aftands wagentje weg zag rijden. "Ik heb hem wel eens meer gezien, ik houd hem in de gaten mensen. Geen zuivere koffie!"
De slager kreeg veel bijval en er kwamen allerlei verhalen los over vreemde figuren die de dorpen teisterden. 
De kraam van Eveline stond intussen vol mensen en iedereen was in mij geïnteresseerd  Er werd op me geboden en telkens vroeg ze mij (als grapje) of ik met diegene meewilde. Dan liet ze mijn hoofd "nee" schudden.

Het was al ver na twaalven toen ik werd opgepakt door twee zachte handen.Er speelde een glimlach om de lippen van een vrouw met donker haar. "Ach kleintje, wat jammer. Je bent zo mooi, maar helemaal verwaarloosd. Weet je wat, ik koop je en neem je mee naar huis en dan ga ik je nieuw leven inblazen." Dat klonk geweldig. Eveline zag wat er gebeurde en vroeg of ik meewilde. Ze liet me "ja" knikken. Ik was stiekemweg wel trots. Er werd druk onderhandeld en uiteindelijk kwamen ze een prijs overeen. Wat de verkoopster allemaal beweerde durf ik niet te herhalen, maar ze kreeg uiteindelijk haar zin en stopte het papiergeld in haar portefeuille. Ik werd in een zacht mandje gelegd. Mijn hoofd in een oud servet, wat de kraamhoudster er gratis bijgaf en mijn lijf gewikkeld in bladzijden van een oud Frans modeblad. Ik had het slechter kunnen treffen. Ik deinde mee op het ritme van haar tred toen we naar de parkeerplaats liepen en voelde dat het goed kwam. We reden in een comfortabele auto door het prachtige landschap. Het contrast van de gele velden koolzaad met de bruine aarde en de het groene gras was spectaculair zo werd me verteld.

Meteen dezelfde dag maakte ze een soort deeg klaar van gips en water en begon mijn neus en hals vorm te geven. Mijn hals is wat dikker dan gewoonlijk, maar dat kon ook niet anders, want het is wel de bedoeling dat mijn lijf en ik weer een worden. Langzaam werd ik gladgestreken. De vrouw neuriede zachtjes onder het werk. Dat vond ik aangenaam.
Van onder het kapje sprong mijn haar weer net als vroeger tevoorschijn. Ik voelde me steeds meer mezelf worden. Toen alle beschadigde plekjes waren geheeld moest ik een dag drogen. Ondertussen kon ik alles goed bekijken. Ik stond in de vensterbank aan de achterkant van het huis en keek uit over een sprookjesachtige tuin.

Langzaam begon ik te wennen en kon niet wachten tot ik mijn oude aanzien  terug had - tenslotte heb ik een beroemd verleden! Eerst dronk mijn vriendin een kop thee en nog een en nog een en toen zette ze een spiegel voor mijn neus. Er klonk prachtige klassieke cellomuziek uit een aangrenzend vertrek. "Zo Roodkapje, nu kan je precies zien hoe ik je ga restaureren. Eerst ga ik je kapje schilderen. Ik maak oude kleuren hoor want die passen het best bij je. Ik keek hoe ze de kleuren mengde op een groot pallet en had er wel vertrouwen in. Ik voelde me meteen een stuk beter.




 

















Je begrijpt dat ook mijn zelfvertrouwen terugkwam. Natuurlijk ben ik een stuk ouder nu dan in het sprookje en weet ook dat schoonheid vergankelijk is, maar door de moderne technologieën kan ik me weer helemaal Roodkapje voelen. 




















Mijn gezicht is bijna hetzelfde als vroeger. Mijn vriendin mengde de kleuren voor mijn jurk. Zelfs de klompjes werden opgefrist en ik kreeg mooie gouden knoopjes op mijn blousje.



Ook de achterkant is niet vergeten. Mijn jurkje is net zoals vroeger van een bleke groen-blauwe kleur. 


Nu ik weer de Roodkapje ben die ik altijd ben geweest, wil ik mijn vriendin bedanken en ik hoop dat ze nog veel sprookjesfiguren kan helpen hun waardigheid terug te krijgen.

Vrolijke groet, Roodkapje.