maandag 11 februari 2013

Ik neem je mee op een tocht naar de kapel

Al jaren had ik de wens om naar de kapel te lopen. Ik ben wel eens op weg geweest met een vriendin. We volgden de aanwijzingen van een plaatselijke boer, maar die wist niet goed wat links of rechts was. Door de beschrijving van heuvel op, heuvel af, je door een hekje wurmen dachten we dat we goed zaten, maar er kwam geen eind aan de heuvels. Bovendien zagen we over de volgende heuvel een enorme kudde koeien en daar moet je niet doorheen willen, dus we gaven het op.

"Ha ha zei de boer waar ik naast zat op 14 juillet. Dan gaan we toch samen.....Met zijn grote kolenschoppen van handen beschreef hij de weg. Als ik niet durfde zou hij mij wel tillen. Hij werd steeds enthousiaster en roder, maar dat kwam niet alleen door het idee. Ik bedankte vriendelijk en zei dat het me leuk leek om met een groepje mensen die al lang naar de kapel wilden te gaan. "Comme vous voulez" sprak hij (waarbij je je soms schuldig voelt op de manier waarop een Fransman dat zegt) en wijdde zich de rest van de lunch aan zijn linkerbuurvrouw.

Ik was blij dat een vriend mij aanbood om samen met hem, zijn kinderen en onze kleinkinderen de tocht te wagen. Hij kende de weg!

Je moet maar weten dat je zomaar links van het pad de diepte in kan gaan en  via glibberige stenen naar beneden kunt klauteren. De kinderen vonden het superspannend en ik ook, want ik kan me niet permitteren uit te glijden. 


Gelukkig hadden we allemaal laarzen aan en dat was wel nodig. We konden niet verder waden want het had erg hard geregend en het water werd steeds dieper. Dat werd klimmen langs een steile modderige heuvel, maar telkens was er weer de helpende hand van Jos die mij als laatste naar boven trok.









De kinderen gingen steeds vooruit en na elke bocht was er weer een verrassing.
Uiteindelijk kwamen we bij de waterval die zich vanuit  een behoorlijke hoogte naar beneden stortte.
We werden stil van de sprookjesachtige beelden en het zachte geruis van het water. 

Nog een heuvel over en daar stond de kapel in al zijn soberheid. Vroeger werd vanuit het dorp de processie gehouden tot hier en het hele dorp was dan vertegenwoordigd.
Het pad moet beter begaanbaar zijn geweest.
De kapel met de bijbehorende pastorie is familiebezit en zoals in veel delen van Frankrijk is er een probleem over de eigendomsrechten en er wordt niets onderhouden. Langzaam raakt de kapel in verval.
We bevonden ons dus op privéterrein, maar dat wordt gedoogd. Je mag alleen niet naar binnen omdat een gedeelte op instorten staat.
Ik maakte een foto door een raam en zag nog wat overblijfselen van een kerkelijk verleden.

De terugreis verliep in eerste instantie gemakkelijk over een vlak weiland.
We konden niet terug over dezelfde weg omdat het een glijpartij zou worden.
De kinderen legden grote takken over een beekje zodat we zonder al te diep weg te zakken naar de overkant konden komen. Tot nu toe ging alles prima.
Ik was ook best opgelucht totdat we bij een behoorlijk obstakel kwamen. Als slangenmensen moesten we ons over- onder- of tussen prikkeldraad doorwurmen. Het lukte de kinderen wel, Jos ook, omdat hij lange benen heeft, maar voor mij was het onmogelijk om zonder kleerscheuren over het draad heen te komen. De kinderen stonden ingespannen te kijken. Jos ging uiteindelijk boven op het draad staan en hield zich vast aan een paal waardoor her draad zover naar beneden werd geduwd dat ik de stap kon wagen. Gelukkig kwam ik er heelhuids over, met slechts een klein scheurtje hier en daar. Op de vraag aan de kleinkinderen wat ze nou het meest spannend vonden zeiden ze: "Wij waren zo bang dat het je niet zou lukken."